Het signaal dat een GPS-satelliet verstuurt, bevat informatie zoals het nummer van de satelliet, de locatie van de satelliet in de ruimte en de datum en tijd dat het signaal is verstuurd. Een GPS-ontvanger weet dus wanneer het signaal werd verzonden. De ontvanger weet bovendien wanneer het signaal is ontvangen omdat er een interne klok in de GPS zit. Ook weet de GPS hoe snel het signaal door de ruimte ging (299.792 km/s). Met al die gegevens kan de GPS bepalen wat de afstand is tot de satelliet.
Maar dan bevind je je dus ergens op de Aarde, die overeenkomt met de afstand tot die satelliet !
Om je locatie nauwkeuriger te bepalen heb je dus meerdere satellieten nodig, die tegelijkertijd je locatie ergens op Aarde bepalen. Al die mogelijke locaties komen ergens op 1 punt bij elkaar en daar ben jij !
Voor een redelijk nauwkeurige bepaling heb je minimaal 4 satellieten nodig, maar liever meer. De Amerikanen hebben hun eigen satellieten, de Russen ook en Europa is bezig satellieten in de ruimte te brengen. Zouden deze satellieten ooit samen werken, kun je je locatie tot op de centimeter nauwkeurig bepalen en dat KAN belangrijk zijn.
@meesterhenkvink 2017
